Fruitbomen

U moet enkele belangrijke zaken beslissen
vóórdat u een fruitboom koopt.

Het allereerste dat u moet beslissen is de maat van boom.

U moet niet enkel kiezen tussen het soort fruit
(appel, peer, pruim, kers, …). Ook de uiteindelijke omvang van de boom moet u in het begin kiezen.

Er is keuze uit 3 groepen:

  • Laagstam
  • Halfstam
  • Hoogstam

Elke groep heeft zijn voor- en nadelen, afhankelijk wat uw bedoeling is. Hieronder volgt een korte bespreking van de verschillende mogelijkheden:

Laagstam (of struik)

Een laagstam heeft een stamlengte van ongeveer 50 cm geschikt voor de kleine tuin zeer gemakkelijke oogst kindvriendelijk snel opbrengst, soms al het tweede jaar deze maat wordt gebruikt voor te leiden!!

Belangrijk:
 
Men kan er niet onderdoor wanneer u veel opbrengst wilt, dus is een jaarlijkse snoei noodzakelijk.

2. Halfstam

Een halfstam heeft een stamlengte van ongeveer 1.50 m. De meest gebruikte groep van fruitbomen makkelijk in onderhoud ( enkel de eerste jaren een beetje vormsnoei) zeer gemakkelijk te oogsten enkele jaren wachten voordat er veel vrucht is veel grotere oogst als laagstam men kan er nog onderdoor indien nodig.

3. Hoogstam

Een hoogstam heeft een stamlengte van ongeveer 2 m oogt mooi in het landschap en de boomgaard men kan er gemakkelijk onderdoor (ook met de auto, machines, …) men kan er vee onder laten grazen lang, veel opbrengst makkelijk in onderhoud ( enkel de eerste jaren een beetje vormsnoei).

Belangrijk:

Het onderhoud en oogst verlopen iets moeilijker, het gebruik van een ladder is noodzakelijk en het duurt langer vooraleer er een redelijke oogst is.

Welke groep u in uw tuin zet hangt in grote mate af van wat u wilt en welke beschikbare ruimte u heeft.

Bestuiving fruitbomen

Bestuiving is het overbrengen van pollen (zaad) naar een stamper van een bloem waar dan bevruchting plaatsvindt.

Deze bestuiving gebeurd bij fruitbomen ook door de wind, maar het belangrijkste deel gebeurd door insecten, waaronder bijen. Bij het zoeken naar nectar bezoeken ze vele bloemen en verspreiden zo stuifmeel.

Om veel vruchten aan een fruitboom te krijgen moeten veel bloemen bestoven worden. Sommige soorten bestuiven zichzelf en hebben geen bloeiende buurman nodig. Toch geven ook zelfbestuivers meer en grotere vruchten als ze ook door andere bomen worden bestoven.

Wie bestuift wie?

Appels bestuiven appels en peren bestuiven peren. Dat is duidelijk. Welke bomen bij welke horen, hangt daarnaast voornamelijk van de bloeiperiode af. De fruitbomen moeten gelijktijdig in bloei staan. Hierdoor hebben ze een overlappende periode waarin ze stuifmeel kunnen ontvangen van elkaar.

Sommige soorten bestuiven heel veel andere soorten, andere bestuiven slechts enkele soorten of alleen zichzelf. Dit komt omdat er nog andere factoren meespelen naast bloeiperiode, maar hier wordt het een beetje te ingewikkeld.

Wat wel nog handig is om te weten, is dat ook sierappels, sierperen en sierkersen zéér goede bestuivers zijn. Ze geven gedurende een lange periode heel veel bloemen. Hierdoor kunnen ze gedurende lange tijd stuifmeel leveren voor de bevruchting van fruitbomen.

Dit is dan ook de reden waarom dit sierfruit in de professionele fruitteelt tussen de fruitbomen wordt geplant. In boomgaarden worden om de zoveel fruitbomen sierfruitbomen gezet, speciaal om de bestuiving te verbeteren. 

Bestuivingstabellen

Om het voor u gemakkelijk te maken, hebben we bestuivingstabellen gemaakt. Hierop kunt u zien welke soorten zelfbestuivers zijn en welke soorten elkaar bestuiven. Zo kan u beter beslissen welke soorten u best samenzet:.